Een sultan stuurt zijn drie zonen op reis om het meest bijzondere object te vinden om met zijn nicht, prinses Nouronnihar, te trouwen. Houssain vindt een vliegend tapijt, Ali een ivoren koker die op afstand kan kijken, en Ahmed een helende appel. Door de koker zien ze dat Nouronnihar ziek is en ze redden haar met de helende appel en het tapijt. De sultan laat hen een pijl schieten om te bepalen wie met haar trouwt, maar Achmeds pijl is onvindbaar. De sultan kiest Ali. Het verhaal benadrukt competitie, vindingrijkheid, mededogen en de uiteindelijk willekeurige aard van het lot.