Thema: Christus en de wereld Punt 1: Schepper van de wereld (“en…gemaakt;”), Punt 2: Aanwezige in de wereld (“Hij…wereld,”), Punt 3: Onbekende bij de wereld (“en…gekend.”)
Thema: Christus en de wereld Punt 1: Schepper van de wereld (“en…gemaakt;”), Punt 2: Aanwezige in de wereld (“Hij…wereld,”), Punt 3: Onbekende bij de wereld (“en…gekend.”)