Share Hollandse Nieuwe!
Share to email
Share to Facebook
Share to X
By NPO Klassiek / KRO-NCRV
The podcast currently has 33 episodes available.
Er zijn meerdere persoonlijke verhalen te vertellen over deze cd van Prisma String Trio: La muse. Voor Elisabeth Smalt is met name de cyclus 'La muse menagere' van grote emotionele betekenis. Milhaud schreef het voor zijn vrouw, de begaafde Madeleine, die voor hem zorgde toen hij steeds zieker werd. Hij schreef de deeltjes, voor piano, in het geheim. Over het huiselijke leven, de keuken, poezie lezen, het huishouden, de dingen die je samen doet in de tijd die je gegund is.
De man van Elisabeth Smalt, Bob Gilmore, werd ziek in 2012, en dat bleek ongeneselijk. Ook zijn vrouw moest voor hem gaan zorgen. Gilmore kende de cyclus van Milhaud en bewerkte het eerste deel, La mienne voor zijn vrouw en haar trio. Uiteindelijk zijn het er zes geworden. De andere delen werden bewerkt door Petra Griffioen, Tim Kliphuis en Marijn van Prooijen. Zo ontstond een echte Hollandse Nieuwe! waarop schitterend gemusiceerd wordt, vanuit de ziel.
Hier kun je de cd bestellen, als je dat wilt: www.prismatrio.nl
Onlangs ontdekte Camiel Boomsma, vertrouwd met grootmeesters als Schumann, Liszt, Wagner, de muziek van Gerhard Hamm. Nederlandse componist, en totaal vergeten.
Het was een nazaat van Gerhard en zijn zoon Karel Hamm die na een concert op hem afstapte met een stapel partituren van vader en zoon. Of hij er iets mee kon. Bij het doorspelen van de muziek werd Boomsma geraakt door een speciale sensibiliteit. Hamm (geboren in 1835, in Trier; vanaf zijn 20e woonde hij Venlo) was door en door romantisch. En hij was een specialist van de korte vorm.
Camiel Boomsma heeft nu een cd uitgebracht die dient als eerste kennismaking. Aangenaam! En in een brief aan de componist (zoals hij die al een jaar lang aan het schrijven is), probeert hij te ontcijferen wat nu zo bijzonder is aan dit plotseling opgedoken oeuvre.
De nieuwste cd van Camerata Trajectina bevat een fraaie verzameling van kleine rampenfilmpjes.
Door de eeuwen heen hebben we op rampen van allerlei aard, overstromingen, branden, plagen etc. gereageerd op een culturele manier. Onder andere door er liederen over te maken en te zingen. Dominees namen het voortouw bij deze collectieve rouw. En al hadden ze de neiging om de ramp apocalyptische trekken mee te geven om hun religieuze boodschap te ondersteunen, sommigen waren beslist niet gespeend van literair talent. Hoe dan ook, hoe mooi dat kunst en cultuur een voorname rol spelen in het verwerken van gebeurtenissen die het verstand en de kwetsbaarheid te boven gaan. Dat hadden we ons bij de corona-pandemie ter harte moeten nemen. Die is niet de eerste ramp die ons treft, en vast niet de laatste.
Ik sprak erover met hoogleraar neerlandistiek Lotte Jensen (Radboud Universiteit Nijmegen). Zij doet een groot onderzoek naar de manier waarop rampen cultureel verwerkt worden. Het maken van liederen is daar een van. Zij werkte nauw samen met Camerata Trajectina. Dat nu een kleine staalkaart biedt. Vanaf de St. Elizabethsvloed (die de Biesbosch deed ontstaan) tot aan de Watersnoodramp van 1953, en zelfs Corona. Esther Naomi Perquin schreef het meest hedendaagse lied over een ramp dat je je kunt voorstellen, en Willem Wander van Nieuwkerk schreef daar de muziek bij.
Het is al met al een vergeten genre dat op een verrassende manier het verhaal vertelt van Nederland: met die eeuwige strijd tegen het water, die soms domweg verloren wordt.
Toen ik een filmpje zag van de opnamesessie van deze cd was ik meteen verkocht. Er staat een microfoon opgesteld. Ik herhaal, 1 microfoon. Op een stoeltje heeft Michael Moore plaatsgenomen, met zijn klarinet. Dichterbij staat de bassist, Paul Berner. Twee Amerikanen die al lang in Nederland wonen. Ze kennen mekaar, er is vertrouwen, dat zie je, dat voel je, in de manier waarop zich in totale ontspanning een magnifieke dialoog ontspint, met weinig noten, maar wel zo, dat elke noot raak is, en veel ongezegd blijft, precies in de ruimte tussen de melodie en de baslijn. Je hoeft niet alles uit te leggen, dat weten ze, ze hebben ervaring.
Moore & Berner hebben in een dag een heel album volgespeeld, met liedjes uit hun geboorteland. Het gaat om jazz standards, klassiekers uit The American Songbook, zoals dat heet. Maar ook stukken die je er niet in verwacht, nummers van Joni Mitchell bijvoorbeeld, of You never walk alone. En Moore leverde ook een paar composities. Maar allemaal krijgen ze dezelfde behandeling. Er zit iets betoverends in.
Luister bijvoorbeeld naar de standard I never knew, die ze zodanig getransponeerd hebben naar een andere toonsoort dat Berner er een gave baslijn onder kan spelen. En Answer me my love is juist weer een liedje dat zich helemaal niet leent voor jazz. Ja, tot Moore en Berner zich ermee gaan bemoeien!
Het begon met de uitnodiging van het tv-programma Podium Witteman om een nocturne van Lili Boulander uit te voeren op Internationale Vrouwendag.
Wat volgde was de lockdown van maart 2020. Ook voor violiste Merel Vercammen en pianist Dina Ivanova viel plotseling alles stil. En zoals het voor veel meer mensen geldt, ook voor hen was deze ongewone situatie ook een kans: ze besloten zich te gaan verdiepen in de muzikale erfenis van Nadia Boulanger, de oudere zus van Nadia. Toen Merel ontdekte dat Nadia les gegeven heeft aan een van haar favoriete componistes, Grazyna Bacewicz, was het idee voor dit album geboren.
Lili was de talentvolste van de twee zusjes Boulanger, zij won de in Frankrijk felbegeerde Prix de Rome, wat haar ouder zus net niet lukte. Die was een paar jaar eerder runner up. Nadia besloot toen de rest van haar leven te gaan wijden aan lesgeven en het propageren van de muziek van Lili. Want die stierf op de schrikbarend jonge leeftijd van 24 jaar. Nadia groeide uit tot de belangrijkste pedagoog van de 20e eeuw. Tientallen beroemde componisten zijn bij haar langs geweest, ze was bezeten van het lesgeven, dat enerzijds bestond uit de kneepjes van het vak, zoals contrapunt, maar anderzijds uit een scherp ontwikkeld gevoel voor de eigenheid van haar studenten. Alleen zo kan je verklaren dat zeer uiteenlopende componisten als Leonard Bernstein, Astor Piazzolla en Bacewicz bij haar tot bloei zijn gekomen.
Bacewicz is een grootheid in Polen. Ze heeft veel geschreven voor de viool, en omdat ze zelf violiste was, ligt de muziek bijzonder lekker voor het instrument. Haar muziek is in zijn kleurenpracht beslist frans te noemen, maar heeft ook een eigen kleur: fris, speels, en een beetje gek. Deze 'ontdekking' maakt het album alleen al zeer de moeite waard.
Remco den Hollander is al dertig jaar muzikant (van huis uit ontwerper en fotograaf trouwens), maar altijd in dienst van anderen, als lid van een band of studiomuzikant.
En toen werd het opeens tijd voor een eigen album. De trigger was de plotselinge en veel te vroege dood van zijn vader. Hij dacht: wat wil ik per se doen in mijn leven. Hij moest kiezen uit pakweg 500 stukken van 30 seconden tot een kwartier, die hij ooit op zijn zolderkamer had gemaakt, zonder er ooit een van uit te werken.
Het album 'Birth of a lifetime' bevat 11 stukken van zijn hand, waarop hij de meeste instrumenten zelf speelt, maar af en toe iets toevoegt, van een collega, een stem uit Lapland, wat geluid van buiten. Maar in ieder geval is het zeer persoonlijk en volkomen eigen.
Het luistert als dromerige, verstilde muziek die heel goed als filmmuziek ingezet zou kunnen worden,
Maar dat is het niet, hij heeft het voor zichzelf gemaakt een heel album waar mee je in jezelf kunt keren, zonder haast, met minimale middelen, af en toe komt er eens wat geluid bij, of zelfs een ritme, hé, waar komt die stem vandaan? Het komt en het gaat, in een aangename, maar toch ook melancholieke traagheid. Een perfect album om te onthaasten …
De vier knapen van het Nieuw Amsterdams Klarinet Kwartet, Jesse Faber, Bart de Kater, Tom Wolfs en Sergio Hamerslag, spelen een heel arsenaal aan wonderhoorns: van es-klarinet tot bassethoorn en zelfs contrabasklarinet. En ze hebben nu een nieuw album! Wunderhorns. Met daarop natuurlijk muziek van Mahler, alles in bewerkingen voor vier klarinetten, soms aangevuld met slagwerker Mark Braafhart en mezzosopraan Barbara Kozelj.
Oorspronkelijk was het bedoeld als programma voor tijdens het geannuleerde Mahlerfestival 2020, maar ze kregen de kans om het in plaats daarvan op cd op te nemen.
Het is een ongekend uitbundig ensemble, maar tegelijkertijd messcherp in de uitvoering: een combinatie die wel voor muzikaal vuurwerk móet zorgen. En dat doet het!
Het is een contrastrijk, toegankelijk, soms verstillend en vaak opzwepend album geworden. De zang en het slagwerk passen als vanzelfsprekend in het geheel en omdat de vier klarinettisten alle schakeringen die de instrumenten bezitten kennen en ook heel precies weten in te zetten, hoef je het complete symfonieorkest nooit te missen. Wat zit er achter die succesvolle samenwerking? Pieter van Nes sprak erover met Jesse Faber en Bart de Kater, op zoek naar de lol, het vakmanschap en het enthousiasme voor de muziek.
Op deze nieuwe cd van Daniël Rowland staan twee lievelingsstukken. Het concert voor viool, piano en strijkkwartet hoorde hij voor het eerst toen hij als tiener in de kelder van zijn ouderlijk huis, in 't Stift, bij Weerselo, een plaat opzette die hij zelf had besteld in Engeland. Op het moment dat de viool inzette (na een tweetal minuten) was hij zo geraakt dat hij van vreugde opsprong en met zijn kop tegen het plafon knalde. Ja zoiets vergeet je natuurlijk niet.
Het is een bedwelmend stuk, in de geest van Wagner, waarin de emoties al gauw het kookpunt bereiken.
En wellicht dat daarom dit juweel van een stuk zo weinig gehoord wordt, amper bekend is bij het grotere publiek: de pianopartij is berucht moeilijk. Natacha Kudriskaya doet het met verve, met soeplesse en fantasie en sensualiteit. Prachtig. En daarboven is Rowland vrij om zich te laten gaan in al die heerlijke Chausson-melodieën.
Verder ook nog de Vioolsonate van Cesar Franck, ook al zo'n emotioneel meeslepend meesterwerk, en een paar preludes van Debussy, volgens Rowland een vrij duistere componist. De bewerkingen vormen een soort rustpunt, een moment van verstilling tegenover de kolkende emoties van de twee andere stukken.
Ze zijn met zijn drieën, en ze nemen alledrie een eigen universum met zich mee: Mike Fentross, theorbe, dat is de barokmuziek. Maarten Ornstein, basklarinet, dat is jazz. En Kadri Tegeman, mezzosopraan, zij staat voor de klassieke muziek, maar dat niet alleen, ze is geboren en getogen in Estland, en daar weten ze ook iets van zingen. De volksmuziek behoort tot haar muzikale erfenis. Schitterend aan het album dat zij nu presenteren onder de titel Laula! is dat er een volkomen organische samensmelting van de drie/vier verschillende werelden plaatsvindt. Dit is echt een ontmoeting.
Ik sprak erover met Kadri. Zij vertelt over haar jeugd in een gehucht op het platteland van het Baltische land. Waar het leven nog goed was, in ieder geval eenvoudig, en ze volkomen op kon gaan in de natuur. Maandenlang op avontuur. Een jeugd van vertrouwen.
Overigens, Estland was nog lid van de Sovjet-Unie, dat heeft ze ook mee gemaakt. In de praktijk betekende dit een leven van karigheid. Ze herinnert zich de eerste banaan die haar moeder uit Cuba meenam. En dat ze een snoepje per dag mochten hebben. Maar ze genoot wel. Bovendien zong iedereen volksliedjes, gebaseerd op een uiterst eenvoudig patroon, dat gevuld werd met de ervaring van het leven.
Op de cd hebben ze barokmuziek samengevoegd met Volksmuziek uit Estland. De onderliggende structuur is die van de cyclus van het leven: van geboorte (wiegenliedjes) via volwassenheid, dat wil zeggen afscheid en verdriet, uitkomen bij de liefde en het moederschap. Dus opnieuw geboorte. Kadri wisselt daarbij af tussen verschillende registers in haar stem, op zo'n manier dat het lijkt alsof er sprake is van twee verschillende zangeressen. En dat is een grote verrassing.
Er valt veel te vertellen over dit album, dat gewijd is aan de Quattre Mains-muziek van Brahms. Hij schreef er altijd met veel liefde voor, dat is zeker. Wyneke Jordans & Leo van Doeselaar hebben een aantal Hongaarse dansen opgenomen, dynamisch en uitbundig, maar ook een set variaties over een thema van Schumann, feitelijk een soort requiem voor zijn dierbare en tragische collega; en tenslotte ook de Liebeslieder-Walzer, alles over de liefde maar dan zonder woorden.
Bijzonder is het instrument dat ze bespelen, een Blüthner uit de collectie van Beunk. Ze konden er gebruik van maken omdat het instrument vrij was ... vanwege corona. Zo zie je maar. Elk octaaf klinkt anders op zo'n vleugel, en dat komt deze muziek zeer ten goede.
Brahms zelf blijft natuurlijk een intrigerende gestalte. Hij kijkt je op de cd aan met een indringende blik, bijna levensecht. En dat is precies zoals dit pianoduo het graag heeft: de gestalte van de componist zo dicht mogelijk naderen.
Zelf zijn ze al heel lang samen, niet alleen in de muziek maar ook in de liefde. En op een of andere manier blijft die verhouding spannend. Omdat ze mekaar aanvullen, ruimte gunnen, blijven verrassen. En omdat muziek altijd levende materie is, dat houdt nooit op. Het plezier en de energie spatten ervan af!
The podcast currently has 33 episodes available.
3 Listeners
0 Listeners
0 Listeners
0 Listeners
0 Listeners
0 Listeners
0 Listeners
2 Listeners
0 Listeners
0 Listeners
1 Listeners
0 Listeners
2 Listeners
0 Listeners
0 Listeners
0 Listeners
0 Listeners
0 Listeners
6 Listeners
0 Listeners