Vandaag, geen gast, je krijgt alleen mij. Ik ga je twee persoonlijke verhalen vertellen over verbetering en hoe je dit kunt gebruiken voor je bedrijf.
Laten we beginnen…
Eind 2019 heb ik een sportmedisch onderzoek gehad. Nadat ik de 50 gepasseerd was leek het me een goed idee om te controleren of er medische dingen zijn die beter presenteren in de weg staan bij mijn hardlopen. Een ander belangrijk doel voor mij was om mijn hartslagzones te achterhalen om beter te trainen.
In het rapport van het onderzoek stonden de hartslagzones, ze zagen er alleen anders uit dan ik gewend was. In de loopgroep wordt gesproken over zone 1, 2, 3, 4 en 5. Van de sportarts had ik een overzicht gekregen met: herstel, D1, D2, D3 en weerstand. D1 heb ik vertaald naar hartslagzone 1, gisteren ontdekte ik dat ik hier een verkeerde aanname heb gedaan.
Na een lange duurloop van bijna 25 km reageerde een ervaren langeafstandsloper uit onze loopgroep, Arjen, op mijn overzicht in Strava. Het viel hem op dat ik geen hartslagband gebruik. Dat klopt. De afgelopen jaren gebruikte ik een Fitbit Charge HR, maar die heb ik eind 2019 vervangen door een Samsung Galaxy Watch Active2. Al vrij snel ontdekte ik dat een nadeel van de Samsung is dat de hartslag registratie onnauwkeurig is.
Arjen wil graag andere lopers helpen met zijn jarenlange expertise en vroeg hoe ik aan mijn hartslagzones ben gekomen en wat mijn zones zijn. Het overzicht dat ik van de sportarts kreeg stuurde ik hem, met de hartslagzones in herstel, D1, D2, D3 en bij weerstand. Waarop hij mij uitlegde dat D1 zone 2 is en wat de sportarts de herstel zone noemt is wat wij zone 1 noemen.
Terwijl ik de afgelopen maanden dacht dat ik in zone 1 liep (D1), heb ik dus vooral in zone 2 en zone 3 gelopen.
Wanneer ik nu terugkijk zie ik de logica van de zones één tot en met vijf. Ik had nog lang op deze manier kunnen door trainen als Arjen niet had doorgevraagd en ik het proces niet had gedeeld.
Nog een verhaal
Begin 2018 stond ik voor een lastige keuze, ga ik verder met vlaggen of juist met fluiten? In de eerste week van dat jaar had ik een blessure opgelopen waardoor ik een paar maanden rust moest nemen.
Deze blessure is waarschijnlijk ontstaan door overbelasting. Bijna ieder weekend was ik het half jaar daarvoor actief geweest als assistent scheidsrechter op de zaterdag en scheidsrechter op de zondag. Een wedstrijd vlaggen is vrij intensief doordat je regelmatig vanuit stilstand moet versnellen. Door de volgende dag weer op het veld te staan kregen mijn beenspieren te weinig tijd voor herstel.
Ik stond ik voor de keuze om één van beide te laten vallen zodat er meer ruimte is voor herstel. Het vlaggen en fluiten vind ik beide leuk, het was dus een lastige keuze.
Kiezen
In het besluitproces heb ik verschillende dingen vergeleken tussen het vlaggen en fluiten. Het vlaggen vind ik leuk want het zijn wedstrijden op een hoger niveau, eerste klasse en hoofdklasse. De organisatie rondom dit soort wedstrijden is professioneler en ik geniet meer van het spel omdat het (meestal) beter voetbal is. Je gaat als trio op pad en werkt samen in een wedstrijd.
Als scheidsrechter moet ik zelf de beslissingen nemen en krijg ik meer te maken met weerstand van de spelers in de wedstrijd. Ik ga alleen naar een vereniging en moet contact maken met de mensen bij de vereniging zoals de voorzitter, trainer en de assistent scheidsrechter. Voor de wedstrijden ben ik meer in de regio en daardoor minder tijd kwijt aan het reizen.
De doorslag in mijn beslissing waren de volgende punten.
Als assistent-scheidsrechter heb ik al hele mooie wedstrijden meegemaakt, beslissingswedstrijden, halve finales en een finale in de beker bij de amateurs.Door het verschil in mijn sprintsnelheid in vergelijking met jongere assistent scheidsrechters is de kans klein dat ik promoveer naar een hoger niveau.In de rol als scheidsrechter kan ik mezelf meer ontwikkelen.