Fluent Fiction - Dutch:
In Bloom: Friendship Blossoms Amidst Keukenhof's Splendor Find the full episode transcript, vocabulary words, and more:
fluentfiction.com/nl/episode/2025-06-28-22-34-02-nl
Story Transcript:
Nl: De zon scheen helder op de Keukenhof-tuin.
En: The sun shone brightly on the Keukenhof garden.
Nl: De lucht was blauw en de bloemen bloeiden in alle kleuren van de regenboog.
En: The sky was blue, and the flowers bloomed in all colors of the rainbow.
Nl: Sander, Maaike en Bram liepen over de kronkelige paden.
En: Sander, Maaike, and Bram walked along the winding paths.
Nl: Sander keek om zich heen, maar zijn gedachten waren ergens anders.
En: Sander looked around, but his thoughts were elsewhere.
Nl: Morgen had hij een belangrijk sollicitatiegesprek.
En: Tomorrow he had an important job interview.
Nl: Hij probeerde te ontspannen, maar zijn gedachten bleven terugkeren naar de volgende dag.
En: He tried to relax, but his thoughts kept returning to the next day.
Nl: "Wat een prachtige bloemen," zei Bram enthousiast.
En: "What beautiful flowers," said Bram enthusiastically.
Nl: Zijn ogen glinsterden terwijl hij een veld vol rode tulpen bekeek.
En: His eyes glistened as he looked at a field full of red tulips.
Nl: Als botanist wist Bram veel over bloemen en planten.
En: As a botanist, Bram knew a lot about flowers and plants.
Nl: Hij deelde zijn kennis graag met zijn vrienden.
En: He enjoyed sharing his knowledge with his friends.
Nl: Maaike stond naast hem, glimlachend naar zijn verhalen.
En: Maaike stood next to him, smiling at his stories.
Nl: "Inderdaad prachtig," antwoordde Maaike, terwijl ze merkte dat Sander stil was.
En: "Indeed beautiful," Maaike replied, noticing that Sander was quiet.
Nl: Ze kende Sander goed genoeg om te weten dat er iets anders aan de hand was.
En: She knew Sander well enough to understand that something else was going on.
Nl: Hij glimlachte vaag wanneer hij haar blik voelde.
En: He smiled vaguely when he felt her gaze.
Nl: Hij wilde niet dat zijn zorgen de dag zouden verpesten.
En: He didn't want his worries to ruin the day.
Nl: Maar terwijl ze verder liepen, voelde Sander een lichte jeuk in zijn keel.
En: But as they continued walking, Sander felt a slight itch in his throat.
Nl: Hij probeerde het te negeren, net als zijn zorgen over het sollicitatiegesprek.
En: He tried to ignore it, just like his worries about the job interview.
Nl: Maar de jeuk werd erger.
En: But the itch got worse.
Nl: Zijn ogen begonnen te tranen en zijn neus begon te kriebelen.
En: His eyes began to water, and his nose started to itch.
Nl: "Ah-choo!"
En: "Ah-choo!"
Nl: Sander nieste hard.
En: Sander sneezed loudly.
Nl: Hij rook een sterke geur van pollen.
En: He smelled a strong scent of pollen.
Nl: "Alles goed, Sander?"
En: "Are you alright, Sander?"
Nl: vroeg Maaike bezorgd.
En: asked Maaike worriedly.
Nl: Sander wuifde het weg en lachte nerveus.
En: Sander waved it off and laughed nervously.
Nl: Hij wilde zijn vrienden niet lastigvallen.
En: He didn't want to bother his friends.
Nl: Toch werd zijn niesbui erger.
En: Still, his sneezing fit worsened.
Nl: Zijn keel voelde benauwd aan.
En: His throat felt tight.
Nl: Maaike zag nu dat er iets mis was.
En: Maaike now saw that something was wrong.
Nl: "Sander, je ziet helemaal rood," zei ze snel en haalde een antihistamine uit haar tas.
En: "Sander, you look all red," she said quickly and pulled an antihistamine from her bag.
Nl: "Neem dit," zei ze, terwijl ze hem de pil aanbood.
En: "Take this," she said, offering him the pill.
Nl: Dankbaar slikte Sander het in en ze gingen op een bankje in een rustiger deel van de tuin zitten.
En: Gratefully, Sander swallowed it, and they sat on a bench in a quieter part of the garden.
Nl: Hij haalde diep adem.
En: He took a deep breath.
Nl: "Dank je, Maaike," zei hij zacht, zijn stem nog wat schor.
En: "Thank you, Maaike," he said softly, his voice still somewhat hoarse.
Nl: Maaike keek hem aan met een warme glimlach.
En: Maaike looked at him with a warm smile.
Nl: "Je weet dat je ons alles kunt vertellen, toch?"
En: "You know you can tell us anything, right?"
Nl: Met een zucht deelde Sander eindelijk zijn zorgen over het sollicitatiegesprek.
En: With a sigh, Sander finally shared his worries about the job interview.
Nl: "Ik ben zo nerveus," gaf hij toe.
En: "I'm so nervous," he admitted.
Nl: Maaike legde een hand op zijn schouder.
En: Maaike placed a hand on his shoulder.
Nl: "Je bent slim en eerlijk, Sander.
En: "You're smart and honest, Sander.
Nl: Ze kunnen geen betere kandidaat vinden," verzekerde ze hem.
En: They can't find a better candidate," she assured him.
Nl: Bram kwam aangeslenterd met een glimlach.
En: Bram ambled over with a smile.
Nl: "Ik hoorde dat je een beetje hulp nodig had," zei hij en klapte Sander vriendschappelijk op de rug.
En: "I heard you needed a bit of help," he said and patted Sander friendly on the back.
Nl: Sander lachte opgelucht.
En: Sander laughed in relief.
Nl: Ze praatten en de spanning vloeide weg als de zomerbries.
En: They talked, and the tension flowed away like the summer breeze.
Nl: Die middag genoten ze verder van de bloemen en elkaars gezelschap.
En: That afternoon, they continued to enjoy the flowers and each other's company.
Nl: Sander voelde zich beter.
En: Sander felt better.
Nl: Hij leerde dat het delen van zijn zorgen hem hielp om zich minder stressvol te voelen.
En: He learned that sharing his worries helped him feel less stressed.
Nl: Zijn vrienden waren er voor hem, en dat was precies wat hij nodig had.
En: His friends were there for him, and that was exactly what he needed.
Vocabulary Words:
- winding: kronkelige
- elsewhere: ergens anders
- enthusiastically: enthousiast
- glistened: glinsterden
- botanist: botanist
- vaguely: vaag
- itch: jeuk
- sneezed: nieste
- allergies: allergieën
- pollens: pollen
- waved off: wuifde weg
- nervously: zenuwachtig
- sneezing fit: niesbui
- throat: keel
- tight: benauwd
- red: rood
- antihistamine: antihistamine
- gratefully: dankbaar
- hoarse: schor
- shared: deelde
- nervous: nerveus
- candidate: kandidaat
- ambled: aangeslenterd
- patted: klapte
- relief: opgelucht
- tension: spanning
- breeze: bries
- stressed: stressvol
- company: gezelschap
- needed: nodig had